1. Bereid de gnudi. Doe ricotta, parmezaan, ei, zout en nootmuskaat in een grote kom. Mix met de menger van je Bamix. Voeg het rijstmeel en een derde van het aardappelzetmeel toe. Mix opnieuw en voeg, zolang het mengsel te vochtig lijkt, geleidelijk meer zetmeel toe. Het deeg moet licht zijn, niet te droog en moet in een lepel kunnen blijven liggen.
2. Bestrooi een bakplaat met bloem. Vorm met een eetlepel quenelles (langwerpige balletjes) van het deeg en leg die op de bakplaat. Je kunt een tweede lepel gebruiken om je te helpen. Bedek de gnudi met plasticfolie en plaats ze minstens een uur in de koelkast (tot 24 uur).
3. Verwarm je oven voor op 165° C. Leg een laag bakpapier op een grote bakplaat en bestrooi met de tomaten, olijfolie, suiker, oregano, tijm en. Meng alles met je vingers door elkaar. Bak de tomaten gedurende een uur of tot ze gekarameliseerd zijn. Verwijder het takje tijm. Als je de tomaten niet meteen gebruikt, laat je ze volledig afkoelen waarna je ze nog vijf dagen in een potje in de koelkast kunt bewaren.
4. Wanneer het moment is aangebroken om de gnudi te koken, breng je een grote pot met water aan de kook. Voeg royaal zout toe. Laat de gnudi voorzichtig toe in het kokende water zakken. Verlaag de temperatuur tot een middelhoog vuur zodat het water zachtjes pruttelt en de gnudi niet kapotgaan. Kook ze indien nodig niet allemaal tegelijk, maar in meerdere keren. Zodra ze naar de oppervlakte komen, laat je ze nog twee tot drie minuten verder koken. Haal de gnudi met een zeef uit het water en leg ze meteen in je serveerschotel. Serveer de gnudi met de geroosterde tomaten en meer Parmezaanse kaas.

Smakelijk eten!